* wat je doel is,
* waarom het voor jou belangrijk is dat je het doelt bereikt,
* wat de baten voor anderen zijn,
* waar sta je nu op de schaal van 1 t/m 10 in het bereiken van je doel,
* wat heb je gedaan om zover te komen,
* wie heeft je daarbij geholpen,
* hoe merk je (straks) dat je vooruit bent gegaan op de schaal,
* wat merken anderen daarvan,
* waardoor ben je er van overtuigd dat je je doel gaat bereiken,
* wie ga je vertellen over je vooruitgang,
* wie ga je bedanken als je je doel bereikt hebt,
* waarvoor ga je hem/haar bedanken.
Door je doelen, middels de exercitie doelen stellen, helder te formuleren en uit te werken bereik je dat je goed nadenkt over je doel, het hoe, het waarom, het wanneer en met wie. Je zult merken dat het zonder de steun van anderen vaak moeilijk is je de doel te bereiken. Door de exercitie kom je er vanzelf achter wie de mensen zijn wiens hulp en steun je nodig hebt en waaruit die steun bestaat. Bespreek dit met de betrokkenen zodat ze ook invulling kunnen geven aan hun rol op het moment dat dit wenselijk is. Bij de exercitie doelen stellen kan je gebruik maken van het document: doelen stellen.